Niet alleen

In de rubriek Opgetekend – de naam zegt het al – tekenen we in Ouderschapskennis ervaringen op van ouders. Ditmaal het verhaal van de moeder van een zorgintensief kind. ‘Ik zou zó graag eens een hulpverlener treffen die zegt: “Meid, ik weet het ook niet allemaal.”’

Het wordt onwijs spannend of zijn indicatie verlengd wordt. Als hij terug moet naar regulier onderwijs, dan houd ik mijn hart vast. Hier krijgt hij logopedie, komt er regelmatig een kno-arts langs, worden er gehoortesten afgenomen, krijgt hij fysiotherapie en zelfs de CJG-arts komt langs op school. Top toch?’ zegt ze lachend. ‘Ik zou niet weten hoe ik dat allemaal zelf voor elkaar moet krijgen. En hij is hier zó blij. Dat geeft mij rust. Een nieuwe school betekent verandering en dat maakt me onrustig. Mensen weten niet wat een zorgintensief kind allemaal vraagt van een ouder. En naast de zorgen om dat ventje heb ik ook nog een baan, een man en een ander kind dat mijn aandacht vraagt.’

Haar zoontje rent op haar af en springt in haar armen. Hij klemt zijn benen om haar middel. Ze lacht, aait hem over zijn bolletje. En weg is hij weer. Achter mijn neefje aan. Vanavond laten zij allebei apetrots aan hun familie zien op welke school zij dagelijks geholpen worden bij hun taal- en ontwikkelingsstoornis. ‘Het is hard werken,’ vervolgt ze haar verhaal. ‘En het is zó frustrerend dat je het idee hebt dat je je telkens moet verantwoorden; voor je kind moet opkomen. Wéér papieren invullen, wéér je verhaal doen. Soms kan ik wel gillen als ik weer iemand tref die niet méédenkt. Iemand die tégenwerkt. Tussen ons gezegd en gezwegen: ik schiet soms echt uit mijn slof tegen hulpverleners. En dan werk ik zelf ook nog eens in de jeugdzorg. Ik kén de weg. Ik wil er niet aan denken hoe het moet zijn voor ouders die dat overzicht niet hebben.’

Soms kan ik wel gillen als ik weer iemand tref die niet méédenkt.

Ze zucht en zegt tegen haar man dat ze zo achter hem aankomt. ‘Ik verwacht ook niet dat een hulpverlener een pasklaar antwoord heeft, anders was het mijzelf ook wel gelukt om een oplossing te vinden. Maar ik zou zó graag eens een hulpverlener treffen die zegt: “Meid, ik weet het ook niet allemaal. Ik weet ook niet wat het beste is voor jouw ventje en jullie gezin, maar ik wil wél met je meedenken. Ik zal naar je luisteren en als je me nodig hebt, dan bén ik er voor je. Je mag me altijd bellen! Dan sta je niet meer zo alleen.”’
Op de terugweg naar huis, nagenietend van de mooie avond, denk ik na over haar woorden. Natúúrlijk moet je het als ouder zelf doen, hulpverleners komen en gaan. Maar zelf doen betekent niet alleen. Hoe mooi is het als de hulpverlener iemand kan zijn waar de ouder met een gerust hart een tijdje op kan leunen?

(Deze column verscheen eerder in aangepaste versie in het tijdschrift ouderschapskennis van uitgeverij SWP)

Share: Facebook, Twitter, Google Plus

Leave a Comment: